Vier eilandenreis Azoren

De beide fortificaties worden door Unesco ‘unieke voorbeelden van militaire architectuur’ genoemd. Bij de stad liggen fijne zandstranden. Deze zijn verder enkel te vinden bij de badplaats Praia da Vitória. Vanaf de uitgedoofde vulkaankrater Monte Brasil die in de zee ligt, heb je een geweldig uitzicht over de stad en de baai vanaf 200 meter hoogte. Hier staat ook eerder genoemde fort São João Baptista. Je kunt er wandelen langs de krater die is ontstaan na een onderwateruitbarsting. Geniet van de lokale keuken in bhet klassieke visrestaurant Beira Mar São Mateus aan de haven of in het gezellige restaurant Tasca das Tias in het centrum.

Dag 2 Terceira  – roadtrip
Vandaag maken we een rondrit over het eiland om ons onder te dompelen in de prachtige natuur. Het eiland is 30 kilometer lang en 19 kilometer breed en is dus eenvoudig in een dag te verkennen met de auto. De wegen zijn goed onderhouden en men rijdt er doorgaans rustig. In het binnenland vormen de smaragdgroene landschappen met bergen, ruige rotsen, kleurige bloemen, grotten en bossen een dankbare omgeving om mooie wandelingen of fietstochten te maken. De noordkust is bijzonder met zwarte lavarotsen waarin natuurlijke zwembaden zijn gesleten en deels afgezet. Mooie uitkijkpunten zijn de heuvels Matias Simão bij Altares en Ponta do Raminho in het noordoosten van het eiland. Hier kijk je van 100 meter hoogte zo neer op de zee. Heb je honger, schuif dan aan bij restaurant Caneta in het erbij gelegen dorpje Altares. De Caldeira de Guilherme de Moniz is met een omtrek van 15 kilometer de grootste vulkaankrater op de Azoren. Je treft hier unieke beschermde flora aan. Deze krater zo ver geërodeerd dat je er amper nog een vulkaan in herkent. Een ander mooi natuurreservaat is de Estrada das Doze Ribeiras (bergpas ‘van de 12 rivieren’) in het oosten van het eiland met fraaie uitzichten  vanaf het hoogste punt Serra de Santa Barbara (1.022m). Langs de zuidkust van Terceira staan nog veel verdedigingswerken uit de 16e eeuw. Rijd op de terugweg naar Angra do Heroismo nog even langs de fabriek van Queijo Vaquinha, de typische kaas die op dit eiland wordt gemaakt van koemelk. Je kunt er ook kaas proeven.

Dag 3 (ochtend of middag) Terceira  – strand en walvissen kijken
Op deze derde dag combineren we walvissen spotten met ontspannen aan het mooiste zandstrand van Terceira. Een zandstrand is op de Azoren een relatief onbekend verschijnsel. Daarom is het in de tweede stad van het eiland, Praia da Vitória, ook vrij druk. Er is een heuse boulevard, de Avenida Beira-Mar, met bars, restaurants en andere gelegenheden om uit te gaan. De Azoren vormen niet alleen een rustplek voor boten die de Atlantische Oceaan oversteken, maar ook voor grote groepen walvissen en dolfijnen die jaarlijks rond de eilanden vertoeven. Het gaat hier om minstens 25 verschillende soorten. Afhankelijk van het seizoen is de kans groot om hier blauwe vinvissen, potvissen, orka’s en bultruggen te zien. De organiserende bedrijfjes geven je gemiddeld een kans van 75% om walvissen en 98% om dolfijnen te spotten. Ze zijn er het hele jaar door, maar het beste kun je een trip maken tussen april en oktober.

Dag 3 (ochtend of middag) Terceira  – vulkaangrotten en wijndorp
Vandaag gaan we naar de lege vulkaan Algar do Carvão in het gelijknamige natuurreservaat en daarna bezoeken we wijndorp Biscoitos. Tijdens de laatste uitbarsting van de Algar do Carvão vormde de lavastromen grotten. Zodoende kun je nu voor een bijzondere ervaring 90 meter afdalen langs een dichte begroeiing van varens en mos. Helemaal bijzonder is het beneden bij de ondergrondse meren die sprookjesachtig zijn verlicht. Je ziet er zwarte stalagmieten en stalactieten van zwaveldampen. Vlakbij liggen nog de Furnas do Enxofre. Dit zijn zwavelgaten waarlangs leuke wandelpaden van houten vlonders leiden. Zo wandel je dwars door opstijgende vulkanische dampen en gassen. In Biscoitos wordt vooral witte Verdelho-wijn gemaakt die eveneens als basis dient voor de likeurwijn ‘generoso’. De wijnvelden werden in de 15e eeuw al aangelegd door Portugese kolonisten. Zo konden schepen alvorens de grote oversteek naar Amerika tewagen nog wat drank inslaan. Populair in Biscoitos zijn de natuurlijke baden gevormd door lava. Hierlangs leiden trappen en bruggen en je kunt er veilig zwemmen in water dat altijd een comfortabele temperatuur heeft. In Biscoitos is ook een leuk wijnmuseum van de eigenaar van de wijnboerderij die al eeuwenlang in handen is van dezelfde familie. In de kelder proeven we lekkere lokale wijnen.

Omdat ons hotel er ligt, verkennen we direct de levendige havenstad Horta. Vanaf hier heb je bij helder weer een mooi zicht op Pico en soms op São Jorge. Er is behoorlijk wat monumentale architectuur te bewonderen in de vorm van kerken, kapellen en een klokkentoren. Het fort Santa Cruz uit de 16e eeuw is nu een herberg. De jachthaven uit 1876 is beroemd. Hier ligt het befaamde Peter’s Sport Café, waar zeilers en schippers samenkomen om de laatste nieuwtjes van hun lange reizen uit te wisselen. Op de eerste verdieping huist een schelpenmuseum met prachtige exemplaren die door schippers tijdens hun reizen zijn versierd met tekeningen of op andere manieren tot kunstwerken zijn omgetoverd. In de haven zie je de kleurrijke schilderingen en teksten die schippers hier op de havendam voor hun vertrek achterlaten. In Horta vind je ook het aquarium Porto Pim. Dit is meer een zeedierenziekenhuis en onderzoekscentrum dan alleen maar ‘vissen kijken’, dus interessant om te bezoeken. Je kunt ook een combinatiekaart kopen zodat je erna het Vulkaan interpretatiecentrum in kunt. Aan de Rua Nova ligt restaurant Canto da Doca, waar je je eten geserveerd krijgt op een hete steen. In restaurant Genuíno eet je heerlijk verse vis.

Dag 5 Faial – roadtrip
Het is weer tijd voor wat natuur. Het hoogste punt van het eiland is de top van de vulkaan Caldeira, de Cabeço Gordo (1.043m). Bij helder weer heb je hier een fraai uitzicht over de andere eilanden. De vulkaan is dichtbegroeid en heeft een krater van 1.450 meter breed en 400 meter diep. Onderin ligt een meer. Door de laatste uitbarsting van de vulkaan in 1958 bij Capelhinos groeide het eiland met 2,4 vierkante kilometer. Het eerdere Ilheu dos Capelhinos werd door de lave met Faial verbonden. Je kunt hier fraai wandelen door een maanlandschap en deels door een bos en een museum over vulkaanuitbarstingen bezoeken. Ook de vuurtoren is open voor publiek. Van boven heb je een spectaculair uitzicht over de effecten van het gewelddadige natuurfenomeen. Beneden ligt nog een boothuis waar informatie wordt gegeven over de walvisvangst. Rond de krater van de Caldeira kun je – als je geen hoogtevrees hebt – een wandeling maken van ongeveer 7 kilometer. Kies wel een dag uit zonder bewolking, dan zijn de uitzichten spectaculair. Vanaf Capelhinos kun je doorrijden naar Salao, naar het Cabouco Forest Park. Vanaf hier vertrekt een wandeling omhoog naar de krater van de Caldeira vulkaan. Heb je nog tijd over, ga dan ook nog even naar het het natuurreservaat Morro de Castelo Branco met spectaculaire vulkanische rotsformaties.

De muurtjes beschermen de wijnranken tegen de wind en de zee. Vanaf Pico organiseren veel bedrijven tochten per boot om walvissen te spotten. Je kunt ook boottochten maken of kajakken om de kust van het eiland vanuit een ander perspectief te bewonderen. Wil je niet varen, dan kun je meer te weten komen over deze zeedieren in twee musea. En vind je dieren kijken te saai, dan kun je ook met dolfijnen zwemmen. Interessant om te bezoeken op Pico is de Gruta das Torres, een van de grootste lavatunnels ter wereld van vijf kilometer lang. Arcos do Cachorro is een indrukwekkende rotsformatie van lava met door zeewater gevormde tunnels en grotten.

Dag 7 Pico – top vulkaan Pico
De vulkaan Pico, waaraan het eiland haar naam dankt is met 2.351 meter de hoogste van Portugal en de op twee na grootste vulkaan van de Atlantische Oceaan. Hij domineert het landschap op het hele eiland. De uitzichten vanaf de top waar je naartoe kunt wandelen, zijn overweldigend. Bij helder weer zie je de verder noordelijk gelegen eilanden Graciosa en Terceira liggen. Op de top van de berg ligt nog een kleiner topje, ‘Piquinho’ (Pico’tje) genoemd. De wandeling heen en terug in ongeveer vier uur tijd is goed te doen voor normaal fitte personen. Met gids is het leuker, omdat je zo meer informatie krijgt over de geschiedenis van het eiland en de werking van de vulkanen. Het landschap met tal van kratermeren, uitgestrekte bossen en weelderig begroeide hellingen biedt uitgelezen mogelijkheden om te voet, te paard of per auto te verkennen. Heb je na de behoorlijk zware beklimming van de vulkaan nog energie, dan kun je ook nog de kratermeren Lagoa do Capitão, Lagoa do Caiado en Lagoa do Paul bezoeken. Vanaf het uitkijkpunt da Terra Alta in het noorden van het eiland zie je bij helder weer het eiland São Jorge liggen. Het eiland is altijd verbonden geweest met de walvisvaart en hierover kom je meer te weten in het Museu do Pico dat uit drie verschillende delen bestaat: het walvisvaardersmuseum in Lajes, het museum voor de walvisvaartindustrie in São Roque en het wijnmuseum in Madalena in het oude karmelietenklooster.

In die modder wordt het typische gerecht Cozido bereid in aluminium of stenen pannen. Dit is een stoofpot met vlees en groenten, aardappelen of vis die urenlang in de metersdiepe gaten in de aarde moet pruttelen. De warmwaterbronnen dienen niet alleen om mee te koken, ze hebben vanwege het hoge ijzergehalte in het water ook een geneeskrachtige werking op luchtwegaandoeningen, huidziektes, reuma en depressies, zodat ze nu een vast onderdeel vormen van de thermale behandelingen in de omgeving. Bij Furnas ligt het Terra Nostra park dat in de 18e eeuw werd aangelegd. Het bevat een diverse planten- en bloemencollectie en een zwembad met geel zwavelhoudend water.

Dag 9 of 10 Sao Miguel – Sete Cidades
De enorme kratermeren van Sete Cidades (zeven steden) zijn erg bijzonder. Het uitgangspunt vormt het gelijknamige dorpje dat op 45 minuten afstand van Ponta Delgada ligt met een prachtige ligging tegen de 600 meter hoge kraterwanden. Een must see voor elke bezoeker aan dit eiland. Deze twee aan elkaar grenzende meren gescheiden door een brug, verschillen van kleur. De ene is blauw en de ander is groen! Het kleurverschil wordt veroorzaakt door verschillende hoeveelheden phytoplankton in de meren en is groter in winter en voorjaar. Een legende biedt een romantischer verklaring: een prinses ontmoette in de heuvels een herder en het stel raakte dolverliefd. De vader van de prinses verbood hen met elkaar te trouwen. Het stel barst in tranen uit. De tranen uit haar groene ogen vormen het groene meer en het blauwe meer ontstaat uit de tranen uit zijn kijkers. Vooral het uitzicht vanaf Vista do Rei is adembenemend.

Dag 10 of 11 Sao Miguel – Lagoa de Fogo
Het is weer tijd om de benen te strekken. De bekendste wandeling van het eiland leent zich uitstekend voor dit doel. Deze heeft het meer van het vuur: Lagoa de Fogo als doel. De route is ongeveer 14 kilometer lang en bevat een stijging van 900 meter. Best te doen dus. Belangrijk is wel om een onbewolkte dag uit te kiezen, anders loop je door de mist en zie je niets van de weelderige omgeving. Langs een deel van de route heb je een fraai uitzicht over de kust. Vervolgens leidt de weg je door dichtbegroeide bossen met een zeer uiteenlopende vegetatie en langs een irrigatiekanaal van de oude waterkrachtcentrale om je tot slot te trakteren op het adembenemende uitzicht over het natuurwonder. Vanaf het uitkijkpunt Sarra Barrosa loopt een steil pad naar beneden richting het meer dat op een hoogte van 575 meter ligt en een diameter heeft van drie kilometer. Hier wacht je opnieuw een beloning. Je kunt er namelijk een verfrissende duik nemen in het prachtige water.

Dag 12 Van Sao Miguel (Ponta Delgada) naar huis
Omdat het vliegveld er ligt, bezoeken we voor ons vertrek nog de stad Ponta Delgada. Hier stuit je nog volop op erfenissen van het rijke en voorbije Portugese leven toen São Miguel nog een tussenstop was tussen Europa en de nieuwe wereld. De stad staat vol kleurrijke koloniale gebouwen, prachtige kerken en gezellige pleinen in het cenrum met veel gelegenheden om heerlijk te eten. Ook het fort van Sao Bras en de hoofdkerk Igreja Matriz de São Sebastião zijn interessant.  Deze kerk in zwart-wit ligt op een eveneens in de kleuren zwart en wit betegeld plein waar ook de stadspoorten staan die het symbool van Ponta Delgada vormen. Aan de boulevard speelt het stadsleven zich hoofdzakelijk af. Hier ontmoet de lokale bevolking elkaar en kijk je mooi uit over het havenhoofd en de vulkaan Do Fogo. Wil je nog even typisch Portugees lunchen voor je vertrek dan kan dat bij bijvoorbeeld restaurant Rotas da Ilha Verde, hier zijn ook lekkere vegetarische opties, bij visrestaurant Gastronomo of bij de wijnbar Reserva Bar met een keuze uit heerlijke wijnen.