- Home
- Content pagina's
- Schilderachtig Ronda op de rand van een diepe kloof
Ronda ligt tegelijkertijd op de rand van een honderd meter diepe kloof en op de rand van een plateau tussen de Sierra de las Nieves en Sierra Grazalema. Met deze spectaculaire ligging verleidt Ronda iedereen die het stadje nadert op zijn rondreis Andalusië.
Naast het natuurgeweld kent Ronda veel schilderachtige plekjes. Kleine straatjes, prachtige stadspaleizen en authentieke restaurantjes vormen een uiterst aantrekkelijke combinatie. Ondanks de altijd aanwezige toeristen uit alle windstreken, behoudt het stadje zijn charme met goed bewaard gebleven Arabische baden, Moorse torentjes en de overgebleven delen van de stadsmuur.
De oudste stierenarena van Spanje is hier te bewonderen samen met het interessante Lara museum. Bijzondere bruggen verbinden de twee stadsdelen met elkaar. Zo was de Puente Nuevo ooit een gevangenis en wordt nu gezien als ‘wereldwonder’ vanwege de enorme pijlers die de diepte van de kloof trotseren. De Baños Árabes van Ronda behoren tot de best bewaard gebleven Arabische baden van Spanje. Zelfs het dak boven de hoefijzervormige bogen is nog te bewonderen met daarin de typische stervormige lichtgaten.
Niet het bekendste deel van de kloof maar iets verder stadsinwaarts ligt naast de Puente de San Miguel het ‘Casa del Rey Moro’ aan Calle la Mina. Het verwaarloosde pand is gesloten, maar de naar jasmijn en lavendel geurende tuinen zijn wel toegankelijk. Ernaast ligt een heuse verrassing voor wie even zijn spieren wil trainen. ‘La Mina’ bestaat uit tweehonderd uit de rotsen gehakte treden en leiden regelrecht de kloof in, waar je deze kunt bewonderen vanuit een ongewoon en mooi perspectief. De trap vormde een geheime vluchtweg voor de Moren omdat zij hier ongezien de rivier konden bereiken.
Het oude centrum van Ronda ‘El Ciudad’ bestaat uit smalle, kronkelende en heuvelachtige straatjes waar het wemelt van pittoreske hoekjes. Gevels van de oogverblindend witte huizen zijn zonder uitzondering versierd met kleurige bloembakken. Erg fraai is het Palacio de Mondragón uit de veertiende eeuw. Helemaal aan het einde van Ciudad staat de Iglesia del Espiritu Santo vergezeld door een deel van de oude stadsmuur met twee poorten; de Puerta de Carlos V en de Puerta de Almocábar.
Eten kan natuurlijk ook in Ronda. In de buurt tegenover de Plaza de Toros en de belangrijkste winkelstraat, de Carrera Espinel en de Plaza del Socorro liggen de meeste restaurantjes. Calle Pedro Romero is bezaaid met terrassen. De menukaarten hier zijn allemaal in vier talen te lezen op de gevels. Proef vooral het lokaal beroemde dessert Yemas de Tajo, gemaakt met eidooier (yema).
Restaurant Tragabuches is beroemd om de pareltjes van kookkunst die er worden opgediend. Nu zonder Michelinster, maar nog steeds met eten van zeer hoog niveau. De wijnen uit de streek vallen onder het keurmerk D.O. Sierras de Málaga en winnen opvallend veel internationale prijzen. Wijn wordt hier het ‘bloed van Ronda’, El Sangre de Ronda, genoemd en de productie ervan gaat terug tot in de Romeinse tijd. Veel van de bodegas maken wijnen op moderne, ecologische wijze en organiseren proeverijen.
Net als andere dorpen en steden in Andalusië is de flamenco-traditie ook in Ronda nadrukkelijk aanwezig. De altijd aanwezige toeristen dragen hier natuurlijk ook hun steentje aan bij, maar feit is dat je er het hele jaar door kunt genieten van verschillende flamencoshows. Bezoek bijvoorbeeld de wijnkelders van het Lara Museum voor wervelende flamenco-optredens.
Lees meer over Ronda en neem contact voor uw Spanje rondreis.